Je hebt last van je hand.
Wij helpen je verder.

Hieronder tref je een lijst met aandoeningen. Het geeft u meer informatie over de behandeling hiervan.

Gebroken polsbotje (Scaphoidfractuur)

Een scaphoidfractuur is de medische naam voor een breuk (fractuur) van het scheepsvormige polsbotje (scaphoid). Van alle handwortelbotjes is dit het botje dat het vaakst breekt. Meestal zit deze breuk in het middelste deel van dit botje.

Wat zijn de klachten

De meest voorkomende klachten zijn pijn bij belasting en beweging van de pols. Daarnaast kunnen zwelling en een verminderde beweeglijkheid ook voorkomen.

Oorzaak

Meestal ontstaat de breuk door een val op uitgestrekte handen. In een kwart van de gevallen wordt deze breuk op de eerste foto gemist, omdat hij lastig te zien kan zijn.

Mogelijke behandeling

Er kan een speciale Röntgenfoto, CT-scan, MRI-scan of een botscan gemaakt worden. Als er een sterke verdenking bestaat op een breuk, zelfs als de röntgenfoto normaal lijkt te zijn, krijg je gips. Na ongeveer tien dagen moet het onderzoek dan herhaald worden. Bij twijfel kan dan een CT-scan of een botscan gedaan worden.

Een scaphoidfractuur is op verschillende manieren te behandelen.

 

Niet-operatief

Scaphoidfracturen kunnen stabiel of instabiel zijn. Stabiele breuken worden meestal behandeld met gips. Gemiddeld duurt het twaalf weken voordat deze breuk genezen is doordat de doorbloeding van dit botje vaak slecht is.

Operatief

Instabiele scaphoidfracturen en breuken die niet vastgroeien moeten geopereerd worden.

Een operatie

Meestal wordt het botje opgezocht via een snee aan de binnenzijde van de pols. De breuk wordt schoongemaakt en goed tegen elkaar aangelegd. Vaak is het nodig om wat bot uit het spaakbeen toe te voegen als de breuk al langer bestaat. Hierna wordt de breuk vastgezet met een schroef. Hierdoor is er een grote kans op een goede botgenezing. De operatie vindt meestal plaats in dagbehandeling.

Na de operatie

Na de operatie heb je een (gips)spalk om de pols en een mitella. Het is verstandig de geopereerde hand de eerste week hoog te houden, ook ’s nachts, bijvoorbeeld op een kussen. Het is daarbij belangrijk dat je regelmatig je schouder, elleboog en vingers beweegt. De pols heeft na de operatie in ieder geval 4 weken rust nodig, om te kunnen genezen. Na deze periode start de nabehandeling, waarbij de pols nog beschermd wordt met een afneembare spalk.

Complicaties

Na deze ingreep kunnen de volgende complicaties optreden:
– Stijfheid van het polsgewricht
– Chronisch pijnsyndroom
– Infectie
– Bloeduitstorting
– Niet vastgroeien van de breuk

Na behandeling

Na de operatie wordt altijd gestart met handtherapie. Na 6 tot 8 weken kan de pols weer wat belast gaan worden. In totaal duurt het revalidatietraject ongeveer 3 maanden. Het kan in totaal 6-9 maanden duren voordat de kracht en beweeglijkheid weer terug zijn. Wanneer je fysiek zwaar werk hebt of je belast je polsen intensief tijdens je hobby’s en/of sport, dan is het soms raadzaam om deze activiteiten pas in een latere fase te hervatten of hierbij nog een beschermende spalk of brace te dragen. Je handtherapeut stelt hiervoor samen met jou een plan op.

Al onze zorg wordt verzekerd door uw zorgverzekeraar

Alle behandelingen die door Voor de hand worden verricht vallen onder de basisverzekering. Dit betekent dat alle behandelingen in principe worden vergoed, uiteraard met in achtneming van het wettelijk eigen risico. Zoals met alle behandelingen die vallen onder de basisverzekering zullen de kosten rechtstreeks verrekend worden met uw zorgverzekeraar.

Waar heb je last van

Bult op de pols (Polsganglion) |
Bultje op de vinger (Mucoidcyste) |
Doof gevoel van de vinger (Zenuwletsel) |
Gebroken polsbotje (Scaphoidfractuur) |
Hangend topje (Mallet vinger) |
Hangende vinger (Strekpeesletsel) |
Haperende vinger (Trigger finger) |
Knobbels of strengen in de hand (Dupuytren) |
Pijn in de duimmuis (Duimbasisslijtage) |
Pijnklachten in de pols (Bandletsel) |
Pijnklachten pinkzijde van de pols (Meniscusletsel) |
Pijnlijke handen (Artrose) |
Pijnlijke pols (Hypermobiliteit of instabiele pols) |
Pijnlijke pols, duimzijde (Quervain) |
Skiduim (Bandletsel van de duim) |
Slijtage van de pols (Gedeeltelijk vastzetten) |
Slijtage van de pols (Proximale Rij Carpectomie) |
Tintelende vingers (Carpaal Tunnel Syndroom) |