Je hebt last van je hand.
Wij helpen je verder.

Hieronder tref je een lijst met aandoeningen. Het geeft u meer informatie over de behandeling hiervan.

Skiduim (Bandletsel van de duim)

Een skiduim is een veel voorkomende aandoening. Eén van de bandjes rondom het middelste gewricht van je duim, scheurt dan deels of helemaal af. Het gewricht wordt dan pijnlijk, verdikt en minder stabiel. We noemen dit een skiduim of bandletsel.

Wat zijn de klachten

Direct na het letsel is er pijn, zwelling, vaak met een bloeduitstorting en verminderde beweeglijkheid van de duim. Later kan er, als een skiduim niet of onvoldoende behandeld wordt, instabiliteit van het gewricht ontstaan met pijn, minder kracht en op langer termijn slijtage van het gewricht (artrose) als gevolg.

Oorzaak

Meestal ontstaat dit wanneer je met je duim bent blijven hangen, bijvoorbeeld achter een skistok, of omdat je duim (bijna) uit de kom gaat zoals bij een val of een sportongeluk.

Mogelijke behandeling

Het doel van de behandeling is herstellen van stabiliteit en kracht van de duim. Dit kan op meerdere manieren bereikt worden. Welke manier voor jou geschikt is hangt af van de ernst van de schade en of er wel of geen breuk is.

Er bestaan niet-operatieve behandelingen (handtherapie) en operatieve behandeling.

Operatieve behandeling

Is het gewricht instabiel, is er een stukje bot met het bandje afgescheurd of zit er een peesje tussen de uiteinden van het gescheurde bandje (een zogenaamde Stener laesie) dan is een hersteloperatie nodig.

Handtherapie

De behandeling is afhankelijk van de stabiliteit van het gewricht en eventuele schade aan het kraakbeen van het gewricht. Is het gewricht stabiel, dan kan volstaan worden met een op maat gemaakte spalk die ongeveer 4 tot 6 weken wordt gedragen, aangevuld met handtherapie. In principe mag je je duim na 8-12 weken weer volledig belasten. Tenzij je fysiek zwaar werk hebt of als je je duim zwaar belast tijdens hobby’s en/of sport. Dan is het soms raadzaam om deze activiteiten pas in een latere fase te herstarten of hierbij nog een beschermende spalk of brace te dragen of de duim te tapen. Je stelt hiervoor samen met je handtherapeut een plan op.

Een operatie

Meestal is het bandje van het bot afgescheurd en kan het opnieuw aan het bot worden vastgezet met een botanker. Is het bandje in het midden gescheurd, dan kan het gehecht worden met alleen hechtdraad. In geval van een botbreuk moet het afgebroken stukje bot soms met een schroefje of pennetje worden vastgezet.

Als het bandje al langere tijd gescheurd is of van slechte kwaliteit, dan kan het niet meer hersteld worden. Het kan dan nodig zijn het bandje na te maken (reconstructie). Hierbij wordt een stukje pees uit de onderarm gehaald om het bandje na te maken. Het weghalen van het stukje pees geeft een littekentje op de onderarm, maar geen bewegingsbeperking. Bij slijtage van het kraakbeen van het gewricht, is het niet verstandig om het bandje te herstellen of na te maken. In dat geval kan het gewrichtje beter vastgezet worden (arthodese), om de pijn te verminderen.

Na de operatie

Na de operatie krijg je een (gips)spalk. Je krijgt een mitella om de arm rust te geven. Het is verstandig de geopereerde hand de eerste week hoog te houden, ook ’s nachts, bijvoorbeeld op een kussen. Het is daarbij belangrijk dat je regelmatig je schouder, elleboog en vingers beweegt.

De wond wordt gesloten door middel van hechtingen. Wanneer de hechtingen van oplosbaar materiaal zijn, lossen ze na verloop van tijd op. Is de wond gesloten met niet-oplosbare hechtingen? Dan worden deze na 10 tot 14 dagen verwijderd in de kliniek.

Complicaties

Na deze ingreep kunnen de volgende complicaties optreden:
– Stijfheid
– Chronisch pijnsyndroom
– Infectie
– Bloeduitstorting
– Rest-instabiliteit van het gewricht
– Schade aan een zenuwtakje in het operatiegebied met als gevolg een verminderd of veranderd gevoel in deel van de duim

Na behandeling

De duim moet gedurende 6-8 weken beschermd worden met een spalk, waarbij alleen het topje van de duim kan worden bewogen. De vingers zijn hierbij vrij. In de week na de operatie wordt gestart met handtherapie. Na 8-12 weken kan het traject meestal worden afgerond en mag je je duim weer volledig belasten. Wanneer je fysiek zwaar werk hebt of je belast je duim tijdens je hobby’s en/of sport intensief, dan is het soms raadzaam om deze activiteiten pas in een latere fase te hervatten of hierbij nog een beschermende spalk of brace te dragen of de duim te tapen. Je handtherapeut zal samen met jou een plan opstellen.

Al onze zorg wordt verzekerd door uw zorgverzekeraar

Alle behandelingen die door Voor de hand worden verricht vallen onder de basisverzekering. Dit betekent dat alle behandelingen in principe worden vergoed, uiteraard met in achtneming van het wettelijk eigen risico. Zoals met alle behandelingen die vallen onder de basisverzekering zullen de kosten rechtstreeks verrekend worden met uw zorgverzekeraar.

Waar heb je last van

Bult op de pols (Polsganglion) |
Bultje op de vinger (Mucoidcyste) |
Doof gevoel van de vinger (Zenuwletsel) |
Gebroken polsbotje (Scaphoidfractuur) |
Hangend topje (Mallet vinger) |
Hangende vinger (Strekpeesletsel) |
Haperende vinger (Trigger finger) |
Knobbels of strengen in de hand (Dupuytren) |
Pijn in de duimmuis (Duimbasisslijtage) |
Pijnklachten in de pols (Bandletsel) |
Pijnklachten pinkzijde van de pols (Meniscusletsel) |
Pijnlijke handen (Artrose) |
Pijnlijke pols (Hypermobiliteit of instabiele pols) |
Pijnlijke pols, duimzijde (Quervain) |
Skiduim (Bandletsel van de duim) |
Slijtage van de pols (Gedeeltelijk vastzetten) |
Slijtage van de pols (Proximale Rij Carpectomie) |
Tintelende vingers (Carpaal Tunnel Syndroom) |