Lokale verdoving

Voor deze ingreep krijgt u een plaatselijke verdoving, ook wel lokale anesthesie genoemd. Hierbij wordt een klein gebied van uw hand of pols ongevoelig gemaakt voor pijn. Een plaatselijke verdoving wordt gegeven bij een verwonding of kleine ingreep aan de vingers, hand of pols. We leggen u graag nog eens uit hoe dat precies in zijn werk gaat. Bij een plaatselijke verdoving geeft de handchirurg één of meerdere injecties met een verdovende vloeistof in het te behandelen gebied. Bij een verwonding kan de vloeistof langs de wondranden of in de wond worden geïnjecteerd. Bij een kleine ingreep wordt er verdoofd rondom het afgetekende gebied. Bij een verwonding of operatie aan de vinger of duim kan de handchirurg ervoor kiezen om de hele vinger of duim te verdoven.

 

Het verdovingsmiddel wordt dan ter plaatse van de vinger- of duimbasis aan beide kanten ingespoten. De eerste injectie is gevoelig, de injecties die eventueel daarop volgen zullen minder pijnlijk zijn omdat het gebied al enigszins verdoofd is. Het is belangrijk om u te realiseren dat het verdoofde gebied alleen ongevoelig is voor pijn. U kunt echter wel merken dat de handchirurg bezig is. De handchirurg checkt altijd of de verdoving goed is ingewerkt voor hij met de behandeling begint. Als de verdoving niet helemaal goed zit en u nog scherpe pijn voelt, zal de handchirurg verdovingsmiddel bijgeven.