Voor de behandeling

Slikt u bloedverdunners (stollingsremmende medicijnen)?

Zo ja, dan is het belangrijk dat u dit meldt aan uw handchirurg en met uw handchirurg overlegt of het wenselijk is dat u deze bloedverdunners tijdelijk stopt voor de operatie of niet. Er zijn namelijk bepaalde bloedverdunners die een grotere kans op complicaties geven tijdens de operatie. Let op: als de handchirurg het wenselijk vindt dat u de bloedverdunners tijdelijk stopt vanwege de operatie, dan mag dat uitsluitend wanneer uw voorschrijvend arts (bijvoorbeeld neuroloog, cardioloog, huisarts) dit verantwoord vindt en goedkeurt.

 

De belangrijkste bloed verdunnende medicijnen zijn: Acetylsalicylzuur (Aspirine®), Carbasalaatcalcium (Ascal-38®, Ascal Cardio®), Dipyridamol (Persantin®), Clopidogrel (Plavix®), Acenocoumarol (Sintrom®) en Fenprocoumon (Marcoumar®). Indien u twijfelt of u een bloedverdunner gebruikt, overleg dan met uw apotheek, huisarts of specialist.

  • Gebruikt u Ascal, aspirine of Persantin dan mag u deze altijd gewoon doorgebruiken. U hoeft deze niet te stoppen.
  • Gebruikt u NOAC (Dabigatran, Rivaroxaban) dan moet u minimaal 24 uur voor de ingreep stoppen in overleg met uw voorschrijvend specialist of huisarts.
  • Gebruikt u Sintrom of Marcoumar dan dient u zelf in overleg met de trombosedienst te zorgen voor een INR <2.5.
  • Gebruikt u Plavix dan mag u dit altijd doorgebruiken tenzij uw handchirurg expliciet zegt dat u moet stoppen voor de ingreep en dat kan dan alleen in overleg met uw voorschrijvende specialist en huisarts.