Je hebt last van je hand.
Wij helpen je verder.

Hieronder tref je een lijst met aandoeningen. Het geeft u meer informatie over de behandeling hiervan.

Hangend topje (Mallet vinger)

Een hangende of Mallet vinger ontstaat door afscheuren van de strekpees ter plaatse van het laatste kootje (topje) van een vinger. Als dit met veel kracht gebeurt kan er ook een klein botbreukje ontstaan.

Wat zijn de klachten

Bij een Mallet vinger kunt u het laatste kootje van uw vinger niet actief strekken. De top van de vinger hangt omlaag en het laatste vingergewricht kan pijnlijk en gezwollen zijn.

Oorzaak

Dit ontstaat wanneer een gestrekte vinger plotseling met kracht wordt gebogen. Klassieke voorbeelden hiervan zijn: het instoppen van dekbed onder het matras of een bal die op de gestrekte vingertop terecht komt.

Mogelijke behandeling

Handtherapie

Een Mallet vinger kan meestal goed behandeld worden met een speciaal spalkje, ook wel een Malletspalkje genoemd. Het spalkje zorgt ervoor dat de vingertop gestrekt blijft waardoor het peesje (en eventueel het botstukje) weer kan vastgroeien. Het tweede kootje van de vinger blijft vrij zodat je de vinger nog wel kunt bewegen.

Heel belangrijk bij de behandeling van het letsel is dat de hangende topje absoluut niet gebogen mag worden. Gebeurt dit wel, dan is de genezing verstoord en begint de behandeling weer van voor af aan. Het risico op volledig herstel wordt hierdoor kleiner. De behandeling van een Mallet vinger is een lang traject waarbij je het spalkje 6 weken dag en nacht dient te dragen (ook tijdens het douchen). Daarna wordt het gebruik van het spalkje afgebouwd, onder begeleiding van een handtherapeut. Blijft het topje na deze periode van 6 weken rust nog steeds in de buigstand staan, dan wordt een operatie overwogen.

Het lukt niet altijd om met spalkbehandeling de gescheurde pees te herstellen en in sommige gevallen kan een kleine beperking blijven bestaan. Het is belangrijk om een Mallet vinger adequaat te behandelen om doorzakken van het middenkootje van de vinger te voorkomen.

Operatieve behandeling

Een operatie kan noodzakelijk zijn als de spalk onvoldoende verbetering heeft gegeven of er met de pees een groter botstuk afgescheurd is.

Een operatie

Het laatste kootje en/of het botbreukje wordt voor 4-6 weken met één of twee metalen pennetjes vastgezet. De vinger wordt hierna beschermd met een spalkje.

Na de operatie

Na de operatie krijg je een (gips)verband om de vinger. Je krijgt een mitella om de arm rust te geven. Het is verstandig om de geopereerde hand hoog te houden, ook ’s nachts, bijvoorbeeld op een kussen. Het is wel belangrijk dat je regelmatig jouw overige vingers en arm beweegt.

Enkele dagen na de operatie wordt een beschermend spalkje aangemeten door de handtherapeut. Nadat het spalkje aangemeten is, mag de vinger dagelijks kort gewassen worden. De huid rondom de metalen pennetjes mag echter niet langdurig weken en kan eventueel verzorgd worden met Betadine zalf. Als de huid rondom de insteekopening van de pennetjes rood en dik wordt of er viezigheid uitkomt, moet je direct contact opnemen met de kliniek.

Indien er hechtingen geplaatst zijn, worden deze na ongeveer drie weken verwijderd. Na 6 weken worden de metalen pennetjes er op het spreekuur uitgehaald.

Complicaties

Het lukt niet altijd om de volledige functie te herstellen en in sommige gevallen kan een kleine strekbeperking blijven bestaan.

Na deze ingreep kunnen de volgende complicaties optreden:
– Stijfheid
– Chronisch pijnsyndroom
– Infectie, waarbij soms voortijdig de metalen pennetjes verwijderd moeten worden
– Koude intolerantie
– Vervroegde slijtage van het eindgewrichtje van de vinger

Na behandeling

Bij zowel spalkbehandeling als operatieve behandeling word je verwezen naar de handtherapeut. Deze zal je uitleg geven over het afbouwen van het spalkje en het opbouwen van het buigen van het eindkootje van de vinger. De totale behandeling duurt ongeveer 3 maanden.

Al onze zorg wordt verzekerd door uw zorgverzekeraar

Alle behandelingen die door Voor de hand worden verricht vallen onder de basisverzekering. Dit betekent dat alle behandelingen in principe worden vergoed, uiteraard met in achtneming van het wettelijk eigen risico. Zoals met alle behandelingen die vallen onder de basisverzekering zullen de kosten rechtstreeks verrekend worden met uw zorgverzekeraar.